De impact van de Deltavariant op de beurzen blijft eigenlijk behoorlijk beperkt. Anderhalf jaar sinds het begin van de coronacrisis weten we kennelijk behoorlijk goed hoe ermee om te gaan en wat een lockdown allemaal verricht. Andere factoren kunnen meer impact hebben. Zoals een mogelijke renteverhoging waar de Federal Reserve vorige week nog op zinspeelde en die nu door Fed-voorzitter Jerome Powell nog even in de ijskast is gezet. Maar fluctuaties op de beurs hoeven niet meteen tot paniek te leiden. Het zijn kleine rimpelingen in een verder behoorlijk rimpelloze eerste acht maanden.
Door de Deltavariant zal hooguit het herstel van de wereldwijde economieën wat afvlakken. Met een aanhoudend lage rente blijven de omstandigheden gunstig voor met name chipsfabrikanten. Daar profiteren ook autofabrikanten als BMW, Volkswagen en Mercedes van. Dat is nodig, gezien de schaarste aan chips in de automobielindustrie, die weer leidt tot uitgestelde leveringen. Uiteindelijk kan de lage rente bijdragen aan verder herstel, zeker als ook Chinese havens na wekenlange sluiting weer de poorten openen.
De records zijn terug op de beurs. En dat is niet voor het eerst dit jaar: voor de S&P 500 is het al het vijftigste record dit jaar. Dat de S&P het wat dat betreft beter doet dan de Dow Jones heeft vooral te maken met het type aandelen. Bepaalde aandelen varen wel bij periodes waarin het einde van de coronacrisis iets langer op zich laat wachten. Andere aandelen hebben sowieso een basis waarin ze harder groeien dan aandelen in andere sectoren.
Werkgelegenheid vs. inflatie
Meer moest duidelijk worden op het \’Woodstock van centrale bankiers\’ – Jackson Hole – dit jaar wéér online. Jerome Powell zei daar vrijdagavond dat de Fed de binnenkomende data en risico’s zal wegen om te bepalen of de afbouw van het opkoopprogramma kan worden gestart. Als de economie zich ongeveer ontwikkelt zoals verwacht, dan kan er wat hem betreft alsnog tot tapering worden overgegaan. De AEX en Amerikaanse beurzen stegen na de toespraak.
Het liefst zien die bankiers dat de werkgelegenheid zo snel mogelijk weer op het oude niveau is. Maar aan de andere kant kijken ze met een scherp oog naar dreigende inflatie. Het is een grote balanceer-act, waarbij de vraag blijft: wanneer ga je als centrale bank op de rem staan? Dat punt komt dichterbij, met als gevolg dat aandelen die daar last van hebben hun eerste scheurtjes al opliepen. Maar ook het Pavlov-effect van dreigende rentestijgingen zal uiteindelijk afvlakken.
De druk op Powell om snel een begin te maken met de afbouw van het opkoopprogramma nam ook van buitenaf steeds verder toe. Nog steeds koopt de Fed voor $120 miljard per maand aan staats- en hypotheekobligaties. Na de publicatie van de notulen, vorige week, verloor de S&P 500 ruim 1 procent, toen bleek dat een flink aantal beleidsmakers al wel een begin wilde maken met het afbouwen van het opkoopprogramma.
Emerging markets
Van de emerging markets hoeven we het voorlopig niet meer te verwachten. Voor zover de BRICS-landen ooit een homogeen geheel hebben gevormd. China toont van die opkomende markten eigenlijk nog de meest consistente lijn. Dat is niet verrassend, met een relatief stabiele regering. Bovendien: de enorme populatie die binnen een straal van 900 kilometer van Hong Kong woont, is veel jonger, met een almaar groeiend bruto nationaal product. En dat is ook voor Mercurius een goede reden om voorlopig zeker in emerging markets te blijven beleggen.
Sterker: Mercurius haalde in de tweede helft van 2020 een groot deel van het rendement uit de opkomende markten, en Japan. Het gaat ook hier om de diversifiëring van de portefeuille. Emerging markets bewegen op andere momenten. Dat heeft een toegevoegde waarde: het toont een lagere correlatie tussen de emerging markets en de volwassen markten. En dat gaat verder dan de \’traditionele\’ BRICS-landen: in landen als Zuid-Korea en Taiwan ligt het bnp minstens zo hoog als in een land als Spanje. Spreiding is alles, ook geografisch.