2023 is goed van start. De bedrijfsresultaten vallen mee en macro-economische cijfers duiden op een zachte landing. De banenmarkt blijft in balans en daarmee blijft de consument, ondanks de hogere prijzen, gewoon uitgeven. De zachte winter zorgt ervoor dat ook de energieprijzen verder dalen, en dat is natuurlijk weer goed voor het beteugelen van de inflatie. Centrale bankiers voelen daarmee minder noodzaak om de rente verder te verhogen, hetgeen weer goed is voor de economie. De eerdere renteverhogingen lijken hun werk te doen. Toch was dit deel van de inflatiebestrijding het makkelijke stuk. En nu het moeilijke stuk dat nog moet komen.
De vluchtige inflatie
Inflatie is er in vele vormen maar grofweg kunnen we die verdelen in slechte en goede inflatie. De slechte inflatie komt voort uit prijsstijgingen van producten waarvan de opbrengst bij slechts een beperkt deel van de maatschappij terecht komt, terwijl een groot deel van de maatschappij de hogere lasten draagt. Een voorbeeld hiervan zijn energieprijzen (of andere grondstoffen). De sjeiks uit Qatar profiteren van hogere gasprijzen, maar de hele (Nederlandse) bevolking betaalt een hogere rekening. Slechte inflatie vinden we dat. Dit is ook hele snelle inflatie, de prijzen van grondstoffen stijgen snel, maar dalen doorgaans ook snel. Dat laatste zien we nu, gasprijzen zijn weer op een 18-maands laagtepunt.
Deze \”slechte\” inflatie is vaak vluchtig. Kleine veranderingen in de omstandigheden kunnen ook weer voor dalingen zorgen. Dit is het makkelijke stuk voor centrale bankiers in de inflatiebestrijding, en nu het moeilijke stuk nog.
De plakkerige inflatie
Als er slechte inflatie is, dan is er misschien ook goede inflatie? Inderdaad, er is ook goede inflatie, inflatie die zorgt voor een verbetering van de levensstandaard voor velen. Looninflatie zou je bijvoorbeeld goed kunnen noemen (mits binnen proporties). Looninflatie zorgt ervoor dat het besteedbaar inkomen op peil blijft en dat ondernemers gedwongen worden om serieus na te denken over productiviteitsverbetering. Alleen dan kunnen ze hun winstmarges op termijn handhaven. Maar deze looninflatie is plakkerig. Eenmaal verhoogde salarissen dalen doorgaans niet meer. De salarissen stijgen van de ene op de andere maand, maar de productiviteitsverbetering laat vaak langer op zich wachten. Dit deel van de inflatie laat zich dus ook veel moeilijker bestrijden. Dat is het moeilijke gedeelte van de taak voor centrale bankiers die nog voor hen ligt.
Nu het moeilijke stuk
Het makkelijke deel van de inflatiebestrijding ligt dus achter ons, en de kans op tegenvallers wordt ook groter. De economie is sterk en de prijzen houden daarmee een opwaartse druk. We moeten ook rekening houden met grondstofprijzen die weer oplopen. Zo snel als de energieprijzen zijn gedaald, kunnen ze ook weer oplopen. Het blijft tenslotte vluchtige materie, dit deel van de inflatie. Voor de komende periode moet de daling van de inflatie komen uit productiviteitsverbetering. Misschien dat nieuwe grote ontdekkingen zoals ChatGPT daarbij een duit in het zakje kunnen doen. Wij gaan hiermee alvast experimenteren en hebben deze kunstmatige intelligentie ingezet om een eerste artikel voor de nieuwsbrief te schrijven.
ChatGPT
De innovaties op het gebied van kunstmatige intelligentie zoals ChatGPT zijn hoopvol voor beleggers. Niet alleen kunnen ze voor productiviteitsverbetering en daarmee deflatie zorgen, ook kunnen ze voor een enorme vernieuwingsgolf zorgen die de winstgevendheid van individuele bedrijven verbetert. Zo kunnen producten sneller en beter worden ontwikkeld, worden processen efficiënter en produceren we minder afval. Een mooi voorbeeld was te vinden in de cijfers van Ahold, dat door middel van slimme software consumentenproducten laat kopen die anders over de houdbaarheidsdatum zouden gaan. Dit is een directe verbetering van de winstgevendheid van Ahold en een vermindering van de afvalberg. Minder afval, meer winst. Deze ontwikkelingen gaan we in de komende periode op meer plekken zien waardoor we ons enigszins mogen verheugen op het moeilijke stuk dat nog gaat komen.