Een gematigd optimisme over de beurzen lijkt nog altijd op zijn plaats. Zelfs het feit dat de verwachte en gehoopte renteverlaging verder weg lijkt door de aanhoudende inflatie, kan niet echt een verrassing zijn. Er gaan steeds meer stemmen op die zeggen dat we wat erg optimistisch zijn geweest met de hooggespannen verwachtingen rond een spoedige verlaging van de rente. Maar als je het goed beschouwt kun je zeggen dat het in zichzelf goed nieuws is dat een renteverlaging niet nodig is.
Als je goed kijkt naar de inflatiecijfers van de afgelopen week zie je dat het vooral de woonkosten (shelter, housing costs) en de energieprijzen. Investeringen zijn wel gedaan, maar die blijken nog niet heel effectief om de prijzen stabiel te krijgen. Intussen zijn mensen in de Verenigde Staten wel meer gaan verdienen. Dus die mensen die niet per se een huis hoeven te kopen, hebben op dit moment meer geld uit te geven dan een jaar geleden.
Dat de inflatie wat langer blijft hangen rond de 3,5 procent in plaats van rond 2,0 procent is uiteraard teleurstellend voor beleggers: het effect van een langer hogere rente sijpelt inmiddels door naar steeds meer bedrijven. Iedereen die herfinanciering nodig heeft, wordt geconfronteerd met een hoger tarief, terwijl de verwachting was dat de rente snel ging dalen. En hoe langer die daling uitblijft, hoe meer mensen uiteindelijk tegen een hoger tarief moeten herfinancieren. Dus het heeft wel degelijk effect.
Grotere tweespalt
Dat kan zomaar leiden tot een grotere tweespalt in de markt: bedrijven die afhankelijker zijn van financiering, zoals start-ups en zware fabrieken, krijgen het zwaarder. Aan de andere kant is de economie sterk, dus er zullen ook onderdelen van de economie profiteren van de langer hoger blijvende inflatie, en de relatief hoge rente.
In zijn onderzoek stelde de Amerikaanse professor Hendrik Bessembinder van de University of Arizona vast dat de laatste 98 jaar een minderheid van de aandelen verantwoordelijk was voor het gros van de gecreëerde beurswaarde. Zijn conclusie was dat 58 procent van de aandelen waarde vernietigen. De totale stijging van de beurs is terug te voeren op slechts 4 procent van de beursgenoteerde aandelen — momenteel zijn dat onder meer de zogenaamde Magnificent Seven.
En die aandelen zijn van bedrijven die stuk voor stuk in de afgelopen vijftig jaar zijn opgericht, en met een voortdurende betrokkenheid van de oprichters. Dat waren vaak mensen die aanvankelijk voor gek werden verklaard, maar het zijn wel de bedrijven met een visie die beleggers met terugwerkende kracht doet beseffen dat het aanvankelijk negeren van die aandelen misschien wel hun grootste fout was.
In de podcast BeursTalk met Rob Jansen was Koen te horen over onder meer Philips, Shell en Fagron.