De economische sterkte overtreft de verwachtingen en bedrijfswinsten lijken een goede groei te hebben. De dalende trend in de inflatie lijkt door te zetten, hoewel de energieprijzen en de sterkte van de USD daar een verstorende factor in kunnen vormen.
De Chinese economie toont tekenen van voorzichtig herstel, terwijl de balansproblemen in de Chinese vastgoedsector steeds zichtbaarder worden.
De hernieuwde conflicten in het Midden-Oosten lijken voorlopig maar beperkt van invloed op de wereldeconomie. De olieprijs steeg weliswaar, maar noteert per saldo niet boven de niveaus die we recent zagen. Het conflict heeft wel grote geopolitieke gevolgen. Landen als Saoedi-Arabië worden gedwongen partij te kiezen. Het stabiliseringsproces in de regio is terug bij af.
Oekraïne heeft een geduchte concurrent in de zoektocht naar verdedigings- en aanvalswapens. Dit kan op de lange termijn een gamechanger zijn voor de stabiliteit in het land.
De grote economische bedreiging is de patstelling in de Amerikaanse politiek. De grootste democratie ter wereld is vleugellam en kan fiscale stabiliteit niet garanderen. Zonder sluitende begroting blijft de staatsschuld ongebreideld oplopen. Als reactie hierop loopt de kapitaalmarktrente op richting de 5%. De ontwikkelingen in het Midden-Oosten zorgen voor een vlucht naar US-treasury op de korte termijn, maar dit zal van tijdelijke aard zijn.
De gridlock kan op korte termijn tot een nieuwe sluiting van de overheid leiden. Een weg uit de patstelling lijkt met verkiezingen in aantocht ver te zoeken. Moeten we rekening met deze patstelling tot 5 november 2024?
De kapitaalmarktrente is buiten de controle van de centrale bankiers, die in het (recente) verleden meermaals politici opgeroepen hebben fiscale discipline te betrachten.
Waarom is 5% zo belangrijk?
Een rente boven 5% maakt veel aandelen minder aantrekkelijk. Het langetermijnrendement van veel aandelen in een dalende rentestructuur was niet hoger dan 5 à 6%. Denk aan SBM, Randstad, ING: per saldo zijn ze in de afgelopen 15 maanden niet in koers veranderd. Slechts het dividend zorgt voor het rendement.
Als de cost of capital stijgt en de overige bedrijfskosten stijgen door inflatie, dan moet een bedrijf óf veel meer omzet gaan maken, óf veel efficiënter gaan werken om het rendement overeind te houden. Lukt dat niet, dan daalt de winst. In zo’n geval worden obligaties veel aantrekkelijker, met een risicoloos rendement door de coupon en zicht op koerswinst als de rente gaat dalen. Tussentijdse fluctuaties zijn minder impactvol.
Een rente boven de 5% zal veel aandelen minder aantrekkelijk maken en een vlucht naar vastrentend veroorzaken.